Voeding Verbeterd Roodbont Vleesvee
Het voeren van Verbeterd Roodbont Vleesvee is een vak apart, het vraagt meer
aandacht dan menigeen denkt. Het luxe vleesvee waar het verbeterd roodbont
ras onder valt, onderscheid zich t.o.v. andere rassen door:
de grote hoeveelheid spiermassa t.o.v. het karkas
de relatief kleine pensinhoud
groter eiwit aanzet capaciteit
geringe vet aanzet
Deze aspecten hebben grote invloed op de voeding en voederwijze.
Rond de geboorte van 0 tot 3 dagen
Het opfokken van verbeterd roodbont stamboek kalveren gebeurt op twee
manieren:
Op natuurlijke wijze d.m.v. moeder- kind relatie ( zoogveehouderij)
Kunstmatige opfok door verstrekken van (kunst) melk via de speenemmer.
Als het kalf natuurlijk gevoed wordt, is het belangrijk te weten, of het
voldoende voeding krijgt. Dit is controleerbaar aan de soepelheid van de
huid ( mag niet droog aanvoelen) De alertheid van het kalf met de
kleuruitstraling van de haarvacht. Wanneer het kalf te weinig melk krijgt
van de moeder, let op de volgende zaken:
Geeft de koe wel voldoende melk, dit is controleerbaar aan het uier.
Laat de koe het wel toe ,dat het kalf wil drinken?
Is de relatie Moeder-Kind goed? (Afwijzend gedrag door hormonale invloeden)
Stoot het kalf niet overdadig door te geringe melkgift?
Heeft de koe een gezond uier, gezonde spenen (speentrappen)?
De koe laat wel toe dat het kalfje drinkt, het wordt echter gehinderd op
normale wijze zijn moeder te zogen, door tong problemen of geboorte
afwijkingen.
Wanneer het zichtbaar is dat opfokken op een natuurlijke manier niet
haalbaar is, dient er zo snel mogelijk op kunstmatige opfok te worden over
gegaan .
Zoogkalveren moeten in de eerste weken in hun levensfase continu
gecontroleerd worden op hun mestafscheiding, deze moet van een homogene
samenstelling zijn.
Zoogkalveren groeien de eerste maanden vaak sneller als kalveren die via de
emmer gevoerd worden. Dit komt doordat ze vaker voeding(moedermelk) krijgen.
De overgang naar vaste voeding is echter moeilijker, door de geringere
behoefte. Zo snel mogelijk verstrekken van( mini korrels) krachtvoer is van
groot belang, naast ruwvoer[hooi van goede kwaliteit] dit om een goede
penswerking te bevorderen.
Laat de zoogkalveren niet langer dan 20 weken bij de moederdieren lopen, om
afwenning verschijnselen te beperken.
Aan de emmer:
Een kalf wat op kunstmatige manier opgefokt wordt , dient hygiënisch
gevoederd te worden. Raadzaam is een speenemmer te gebruiken, die een goede
slokdarmreflex bevorderd. Geef het kalf nooit meer als 2½ liter melk per
voeding,om te voorkomen dat er melk rechtstreeks in de pens terecht komt dit
veroorzaakt pens-verzuring [oplopen- diaree]
Bij deze opfok- methode {kunstmatig}hoog kwalitatief ruwvoer verstrekken
liefst hooi. Zorg voor onbeperkt opname van ruwvoer met fris drinkwater. De
kalveren kunnen op 14 weken van de melk af,ze moeten dan wel 1½ - 2 kg.
krachtvoer opnemen. Voor een optimale groei en gezondheid is belangrijk op
de 10 dagen en op de 10 weken extra vitamine toe te dienen.
3 Maanden tot een jaar:
In deze periode is het belangrijk dat er een maximale groei gehaald wordt.
Er moet voldoende energie, eiwit en structuur verstrekt worden.
Als de basis een graskuil is ,moet deze voldoende structuur bevatten voor
een goede penswerking De samenstelling van de kuil, het eiwitgehalte bepaald
welke aanvullende brok/krachtvoer vervanger er toegevoegd moet worden voor
een evenwichtig dagrantsoen. Het is ook van groot belang ,dat er voldoende
mineralen in het dagrantsoen zijn opgenomen, voor een gezonde groei met
ontwikkeling van het beendergestel. Voor kalveren die in de wei lopen, is
het van groot belang de energie voorziening goed op peil te houden, dit
beïnvloed de ontwikkeling van de dieren sterk. Kalveren jonger dan 1 jaar,
moeten vroegtijdig opgestald worden,om alleen maar haargroei te voorkomen.
De energie opname is dan vaak niet toerijkend voor een onbelemmerde
doorgroei van de jonge dieren.
Van een jaar tot inseminatie/natuurlijke dekking:
In deze periode is het belangrijk dat het dier sterk ontwikkeld, niet in
overdadige conditie verkeerd, wat nadelig kan werken voor de vruchtbaarheid
cyclus. De vitamine en mineralen huishouding dient op orde te zijn ter
ondersteuning van de vruchtbaarheid. Een overdaad aan eiwitopname kan
problemen geven bij bevruchting van het dier.
Eerste helft dracht:
Het is belangrijk dat de vaars groeit Het verstrekken van veel verteerbaar
eiwit is af te raden. Zorg voor voldoende mineralen ,met eventueel wat
krachtvoer.
Tweede helft dracht:
Een vaars moet altijd in goede conditie blijven,ook als haar vrucht al sterk
ontwikkeld is. Bij een jong dier wat een vrucht draagt in een gevorderd
stadium wordt de opname van ruwvoer vaak geringer, waardoor het nodig is
krachtvoer of een krachtvoer vervanger met een gering volume bij te voeren.
Wanneer er veel slappe kalveren geboren worden, en/of er blijven veel dieren
aan de nageboorte staan, is er vaak een verstoorde voederbalans.
Na het afkalven:
Als een vaars te licht is na het kalven, kan het raadzaam zijn het kalf niet
bij de moeder te laten zogen voor het behoud van het moederdier. Wil je een
koe weer snel drachtig hebben, moet zij wel in goede conditie zijn met een
goede mineralen balans. Wanneer een koe gedekt of geïnsemineerd wordt dan is
een overdadig eiwitrantsoen funest voor het vrijkomen van de eicel, tevens
voor het innestelen van de bevruchte eicel, In het voorjaar de verbeterd
roodbonten inscharen in kort eiwitrijk gras is niet raadzaam, dit bevorderd
niet hun vruchtbaarheid cyclus.
Terug naar
Het Ras