Op 4 oktober 2013 heeft Mw.
Sharon Dijksma een Beleidsbrief
Dierenwelzijn naar de Tweede Kamer gestuurd.
Voor ons zijn de volgende onderdelen van groot belang!
Met de
melkveesector heb ik afgesproken dat onthoornen vanwege het
veiligheidsaspect vooralsnog blijft toegestaan.
Het moet dan wel zo diervriendelijk mogelijk gebeuren, wat betekent dat
voorafgaand aan de ingreep en/of bij nabehandeling pijnbestrijding wordt
gegeven.
Dit is naast de verplichte verdoving bij het onthoornen, welke door de
dierenarts wordt gegeven.
Het
aanbrengen van een neusring bij stieren wordt uitgevoerd om volwassen
fokstieren te kunnen hanteren in geval de veiligheid van de mens mogelijk in
het geding komt.
Ondanks dat de integriteit van het dier wordt aangetast blijft het daarom
toegestaan.
Sector en KNMvD maken, net als bij het onthoornen van melkvee, afspraken
over pijnbestrijding.
Vleesvee
Bij
twee vleesveerassen, Verbeterd Rood Bont en Belgisch Wit Blauw,
kan 85 tot 90% van de dieren niet meer natuurlijk afkalven en is een
keizersnede noodzakelijk.
Door fokkerij is het bekken van de moeder verhoudingsgewijs te klein
geworden
voor het kalf. Bij de overige vleesveerassen
(ongeveer 85% van de totale vleesveestapel) speelt dit vrijwel niet.
Met een keizersnede worden geboortecomplicaties voorkomen, maar kan er
sprake zijn van napijn en eventuele complicaties zoals ontstekingen,
verklevingen en vergroeiingen.
Op dit moment is de ingreep vanuit het welzijn van koe en kalf noodzakelijk.
Mijn standpunt is dat runderen natuurlijk moeten kunnen afkalven.
Ik ben hierover in gesprek met de stamboeken van de twee betreffende
vleesveerassen
en LTO.
Zij begrijpen de ethische discussie over het toepassen van een routinematige
keizersnede en zullen verder invulling geven aan de duurzame werkwijze van
de vleesveesector (o.a. duurzame stalsystemen, weidegang en laag
antibioticagebruik)
Door in januari 2014 te komen met een plan van aanpak om het routinematig
toepassen van een keizersnede terug te dringen. Zij zoeken daarbij de
samenwerking met partijen uit de keten en maatschappelijke organisaties.
Indien het plan voldoende perspectiefvol is wil ik afspreken dat
met deze twee rassen gefokt mag worden indien men aangesloten is bij een
fokprogramma,
dat toewerkt naar een (snelle) toename van het aantal natuurlijke geboorten.
Fokprogramma’s en aangeslotenen moeten erkend worden en daartoe zal ik het
Besluit houders van dieren wijzigen.
In 2018 volgt een evaluatie.
Indien nodig overweeg ik bij onvoldoende voortgang alsnog over te
gaan tot een fokverbod.